Deze Europese stad moét op je bucketlist staan: Barcelona! Voor al een paar tientjes vlieg je met easyJet of Ryanair naar deze wereldstad. Zelf ben ik er al vier keer geweest en het verveeld nog steeds niet! De leukste Spaanse winkels zoals de Zara en de Mango vind je hier op elke hoek van de straat, maar wat ook een pluspunt is aan deze stad: het ligt aan het strand! In deze blog heb ik twee leuke restaurants voor jou geselecteerd, één in de stad en één aan het strand. Vamos a la playa!
– La Monroe De la Filmo
Dit trendy restaurant met een industrieel interieur is vooral bekend onder de Spaanse locals en wordt de hele week druk bezocht, maar op vrijdag is het gekkenhuis. Na een werkweek verzamelen bedrijven zich massaal voor de ‘vrijdagmiddagborrel’ bij La Monroe. Het restaurant is ook geliefd onder Spaanse families omdat het aan een plein ligt waar kinderen heerlijke en zorgeloos kunnen spelen en in bomen kunnen klimmen. Voor toeristen is de kaart misschien wat lastig te begrijpen, omdat deze speciaal voor de Spaanstalige locals is geschreven, maar de vriendelijke bediening helpt je graag met het maken van een keuze. De lekkerste cocktails en Spaanse tapas staan op de kaart dus keuze genoeg! La Monroe ligt aan Placa de Salvador Segui en is zeker een aanrader mocht je Barcelona gaan bezoeken.
– MakaMaka Beach Burger Cafe
Een hamburger/cocktailtent aan het strand, kan het nog beter? Jazeker, MakaMaka wordt gerund door twee Nederlandse eigenaars dus weten precies wat wij Hollanders willen. Binnen in het restaurant kan je gezellig en knus zitten en een kijkje nemen in de open keuken en buiten op het terras kijk je uit over het prachtige, Spaanse strand. Alle maaltijden worden geserveerd op houten bordjes met houten bestek. Dit houten bestek wordt ook gebruikt voor bezoekers om iets op te schrijven en worden daarna op de muur geplakt, heel leuk!! Echte aanraders: de knoflook-kaasfrietjes, de koffie met banaan en de burger specialiteit van de maand! Het is vaak druk bij MakaMaka maar zeker het kwartier wachten waard!
Tekst en beeld: Emily Dreijer, met dank aan Doortje van Bokkem
Geef een reactie